Afbeelding
Foto: Stockfoto123RF

De lokale omroep is overal, maar zit in de verdrukking

Algemeen

Later dit jaar krijgt minister Arie Slob twee adviezen over de toekomst van de lokale journalistiek en de lokale omroep in het bijzonder. Hoe zit het eigenlijk met de sector? Hoeveel omroepen zijn er, wat doen ze en hoeveel wordt ernaar gekeken en geluisterd?

De afgelopen maanden stond de lokale omroep in het middelpunt van de belangstelling. De aanleiding was weinig vrolijk: omroep 1Twente dreigde financieel ten onder te gaan, hetgeen leidde tot een motie in de Tweede Kamer en een debat met minister Slob over de benarde financiële positie van lokale omroepen. Slob wil best wat doen, maar zei geen goed beeld van de problemen in de sector te hebben.

In 2016 constateerde het Commissariaat voor de Media echter al dat de financiële situatie van zo'n 30 procent van de lokale omroepen 'zorgelijk' was. Vijf jaar eerder was dat ook al zo. In 2019 zal het Commissariaat opnieuw onderzoek doen, maar de verwachting is niet dat dit een rooskleuriger beeld op zal leveren.

Geen vetpot
Ook zonder die analyse kun je op de achterkant van een sigarendoosje uitrekenen dat het exploiteren van een lokale omroep geen vetpot is. Per huishouden (dat gemiddeld uit 2,2 personen bestaat) kan een lokale omroep uit het Gemeentefonds rekenen op zo'n 1,25 euro. Voor een plaats van 100.000 inwoners is dat ongeveer 57.000 euro, iets meer dan 1000 euro per week. En daar moet je dan een radiozender, tv-station en nieuwswebsite van in de lucht houden (inclusief studio, apparatuur, Buma-rechten, mediahubs, kijk- en luisteronderzoek etc.). Dat kan alleen maar met vrijwilligers. Nederland heeft maar 30 gemeenten van 100.000 inwoners of meer, de 350 andere gemeenten moeten het met minder doen. Tenzij de gemeente zelf bijspringt, maar ook dan blijft het in veel gevallen sappelen.

De Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO), het samenwerkings- en coördinatieorgaan voor de lokale publieke omroep dat lokale publieke omroepen ondersteunt, becijferde eerder dat zo'n driekwart van de lokale omroepen minder dan € 25.000 per jaar kreeg. De NPLO pleitte daarom voor een forse verhoging van de rijksbijdrage van 30 miljoen. Een lokale omroep zou minstens 800.000 euro nodig hebben. Dat zou voor streekomroepen moeten gelden, omroepen die in meerdere (gemiddeld vier à vijf) gemeenten actief zijn.

Lees verder op SVDJ: www.svdj.nl/nieuws/de-lokale-omroep-is-overal-maar-zit-wel-in-de-verdrukking/