NNP sinds 1945…

In vliegende vaart wisten voorlieden als Banda en Boom in 1945 een groep uitgevers uit alle delen van het land samen te krijgen voor de oprichting van de vereniging De Nederlandsche Nieuwsbladpers. Het land lag na de Tweede Wereldoorlog grotendeels in puin. Met kunst en vliegwerk kregen uitgevers hun drukpers aan het draaien. De belangstelling naar betrouwbare informatie over de eigen streek was groot. Niks stilstand. Het hele land kwam in beweging. Banda en Boom moesten voldoende uitgevers achter zich zien te krijgen, wilde de prille vereniging enige indruk maken in Den Haag. Anders kreeg je geen papier voor de drukpers. Anders kreeg je geen benzine voor de auto die je voor de krant nodig had. Anders kreeg je geen banden voor de fietsen van de bezorgers.

Het tempo lag de eerste jaren na de bevrijding hoog, iedereen wilde zo snel mogelijk die zwarte jaren zien te vergeten.

Het was belangrijk voor de uitgevers van lokale en regionale abonnementskranten om de weg te weten in Den Haag. De rijksoverheid zorgde immers voor de toewijzing van alles wat de uitgever nodig had. Het lukte de NNP een kantoor te openen in de regeringsstad. Dat kantoor groeide uit tot het centrum van alle verenigingsactiviteiten. Bestuur en commissieleden reisden regelmatig uit alle delen van het land naar hun Haagse stek. Hier klopte het hart van de NNP.

En dat hart klopte in hoger tempo toen concurrenten van het einde van de papierdistributie gebruik maakten door met gratis kranten te komen. Middenstanders kregen brieven van de NNP dat adverteren in dergelijk ongevraagd drukwerk weggegooid geld is. Nee, de enige echte, betrouwbare huisvriend was het plaatselijke of regionale abonnementsblad. NNP-leden moesten op meer fronten in actie komen, want dagbladdirecties zagen wel brood in die lokale kranten. De man met de dikste portefeuille zette de nieuwsbladpers onder druk.

Terugkijkend op het verleden is het duidelijk dat de nieuwsbladuitgevers weinig tijd hadden om op adem te komen. Want het lezerspubliek en de economie veranderden en het was niet altijd even eenvoudig op die ontwikkelingen met de krant soepel in te spelen. Omroepreclame was in aantocht. Weer een bedreiging. Saai was het leven van de krantenman zeker niet.

Kijkend naar het verleden blijkt het belang van samenwerking. Samen de belangen van de eigen media verdedigen en versterken. Toen het van belang was in het centrum van de regeringskringen te zitten, hield de NNP kantoor in Den Haag. Maar toen het accent van de belangenbehartiging verschoof naar de onderlinge samenwerking van de uitgevers, verhuisde de NNP naar het centrum van het land. En uitgerekend na die verhuizing zei de staatssecretaris van Cultuur en Media dat het belang van lokale media niet mag worden onderschat. Dat was voor de honderden aanwezigen op de NNP-dag plezierig te horen, maar daarmee waren alle problemen natuurlijk niet opgelost.

De ene bedreiging was nog niet het hoofd geboden of de volgende diende zich al aan. En je kan wel zeggen dat bedreigingen tevens kansen bieden, maar dan is het wel zo plezierig te weten waar die kans ligt. Zoals creatieve uitgevers als Banda en Boom na de oorlog alleen kans zagen hun bedrijven weer op te bouwen door samen met andere uitgevers van alles in Den Haag gedaan te krijgen, zo is het nu voor uitgevers van belang om samen oplossingen te zoeken voor de jongste veranderingen in het medialandschap. Toen de staatssecretaris de betekenis van betrouwbare lokale media benadrukte, waren het alleen nog vogeltjes die twitterden. Dat was in 2004. De ontwikkeling gaat razend snel. Het gevaar van de wet van de remmende voorsprong is niet denkbeeldig. Wie nu een vernieuwing omarmt kan binnen de kortste keren door een nog betere vernieuwing worden ingehaald. Niets doen lijkt ook geen serieuze optie. Maar als je één les wilt trekken uit de NNP-historie dan is het dat het raadzaam is bij alle mogelijke vernieuwingen even pas op de plaats te maken en je samen met andere uitgevers te beraden op de kansen en de bedreigingen die er kunnen opdoemen. Bij alle problemen - uitdagingen zo men wil - is er één geruststellende zekerheid: de vraag naar lokaal nieuws blijft altijd bestaan.